A Tale of A Tub

Flax, baby! Flax! [interludes]
22 augustus – 1 september, 2024

Een project van LIZA PRINS en MARIE ILSE BOURLANGES
Met performances op 24 en 30 augustus
Inclusief composities van BERGUR ANDERSON

Uitgevoerd met
JOANA GUINÉ
LOGAN HON MUA
ROBIN BECKER
ROMY DAY WINKEL
GIULIA DAMIANI
BITNA YOUN
MIRIAM VAN RIJSINGEN
PILAR MATA DUPONT
BERENIKE MELCHIOR

Met Flax, baby! Flax! [Interludes] presenteren Liza Prins en Marie Ilse Bourlanges de uitkomst van hun artistieke onderzoeksproject Songs of Flax. Gedurende een periode van drie jaar hebben ze zich verdiept in de materiële en historische realiteit van de verwerking van vlas, een plant die wordt gekweekt om zijn vezels, bekend als linnen, met een specifieke focus op historische werkliederen en het creëren van een hedendaags repertoire.

Opgebouwd rond het arbeidsintensieve proces van de verwerking van vlas tot linnen, wordt Flax, baby! Flax! [Interludes] een performance waarin dansers en zangers gebruik maken van ‘vlaxgereedschap-gemaakt-tot-instrument’. Zij zingen over vervlogen en hedendaagse problemen op het werk, verlangens en natuurlijke bronnen, kapitalistische industrialisatie en protest, politieke keuzevrijheid en liefde en streven naar cross-historische solidariteit. De liedjes van Flax, baby! Flax! [Interludes] zijn ontwikkeld in samenwerking met geluidskunstenaar Bergur Anderson en de teksten zijn gedeeltelijk afkomstig uit een reeks workshops, georganiseerd in A Tale of A Tub tussen januari en april 2024. Het werk zal worden uitgevoerd door Joana Guiné, Logan Hon Mua, Robin Becker, Romy Day Winkel, Giulia Damiani, Handa Youn, Miriam van Rijsingen, Pilar Mata Dupont en Berenike Melchior.

De hele week en tussen de performances door is A Tale of A Tub gewoon geopend, waar Flax, baby! Flax! [Interludes] ook Field Recordings presenteert, een serie mixtapes van archiefonderzoek rond geluid en een videowerk waarin te zien is hoe Prins en Bourlanges door de jaren heen hun vlasperceel aan de rand van het Flevopark in Amsterdam in stand hielden.

De workshopreeks Songs of Flax werd ondersteund en georganiseerd door onze educatiecurator Lisanne Janssen.

Flax, baby! Flax! [Interludes] bij Zone2Source
Een derde voorstelling van Flax, baby! Flax! [Interludes] vindt plaats in Amsterdam in Glazen Huis, Amstelpark, op 22 september om 14.00 uur, georganiseerd door Zone2Source. Meer informatie https://zone2source.net/en/parkstudio_item/songs-of-linen/ tekst: hier.

Evenementen

Zondag, 21 januari, 2024, 14.00 – 17.00

Songs of Flax: Chapter 1: A Rippling Melody
door MARIE ILSE BOURLANGES, LIZA PRINS
AND BERGUR ANDERSON

 

Zondag, 17 maart, 2024, 14.00 – 17.00

Songs of Flax: Chapter 2: Breaking Refrains
door MARIE ILSE BOURLANGES, LIZA PRINS
en BERGUR ANDERSON

 

Zondag, 14 april, 2024, 14.00 – 17.00

Songs of Flax – Hoofdstuk 3: Over the Heckle
door MARIE ILSE BOURLANGES, LIZA PRINS
en BERGUR ANDERSON

 

Zaterdag, 24 augustus, 2024, 16.00 – 20.00

Flax, baby! Flax! [Interludes]
Een project van LIZA PRINS en MARIE ILSE BOURLANGES om 5PM
Inclusief composities van BERGUR ANDERSON

 

Vrijdag, 30 augustus, 2024, 18.00

Flax, baby! Flax! [Interludes]
Een project van LIZA PRINS en MARIE ILSE BOURLANGES
Inclusief composities van BERGUR ANDERSON

Biografieën

MARIE ILSE BOURLANGES (1983, Parijs) is een interdisciplinaire kunstenaar gevestigd in Amsterdam. In haar werk combineert zij tastbare, performatieve en geschreven materie. Met speciale interesse voor vergankelijkheid en materialiteit onderzoekt Bourlanges de grenzen tussen het persoonlijke en het publieke, en hoe intimiteit collectief kan worden ervaren. Door een eco-feministische lens heroverweegt en verschuift haar werk de machtsdynamiek [tussen mensen en tussen soorten], en onderzoekt de ambivalentie van zorg.

LIZA PRINS (1992, Delft) is kunstenaar, onderzoeker en schrijver, gevestigd in Amsterdam. Haar werk richt zich op gefeminiseerde en pre-industriële arbeid, en op de tools en voorwaarden voor sociale organisatie die daaruit voortkomen. Door methoden van samenwerking en performance, zoals re-enactment en improvisatie, probeert ze verbinding te maken met materiële geschiedenis en sociale verbeelding.

Ondersteuning

Kindly supported by Mondriaan Fund and co-funded by the European Union

Rustgewassen
ISABELLE SULLY

De afgelopen drie jaar hebben kunstenaars Marie Ilse Bourlanges en Liza Prins een vlasperceel aan de rand van het Amsterdamse Flevopark onderhouden, waar ze vlas verbouwden en verwerkten tot het beter bekende linnen. Dit proces, zowel intens bewerkelijk als historisch gefeminiseerd, bracht een artistiek onderzoeksproject met zich mee naar de materiële en sociale realiteit van de vlasproductie, vanaf de gloriedagen in het zeventiende- en achttiende-eeuwse landelijke Frankrijk en Nederland, tot aan de huidige industrialisatie. Gaandeweg werd het gereedschap met de hand tot instrumenten gemaakt en ontstond er een ode aan werkliederen – als cultivering van verlangen en politieke keuzevrijheid tijdens de moeilijke werkomstandigheden.

Na honderd dagen rijping volgen de oogst en verwerking van vlas in een aantal cruciale stappen. Eerst worden de gewassen uit de grond ontworteld en achtergelaten om te rotten. Na deze droogperiode, waarin de ongewenste vezels worden losgemaakt en gescheiden, wordt het vlas door grove kammen gehaald, vaak gemaakt van scherpe metalen tanden, ontworpen om de zaden van de vezels te scheiden. Door het heen en weer trekken van het vlas door het instrument, komt het werkende lichaam in een ritme. Vervolgens moet het vlas gebroken worden. Om dit te breken, komt een ander stuk houten gereedschap in beeld, waarbij de vezels worden verpletterd tussen een hard, plat oppervlak en een lange houten arm die herhaaldelijk omlaag slaat en steeds een nieuwe scheidingscyclus inzet. Ten slotte worden de vezels door een andere kam getrokken, waarbij de laatste sporen van ongewenst plantaardig materiaal die de fijnere vezels omhullen of er gewoon aan vastkleven, worden verwijderd. Teruggebracht tot een fractie van de oorspronkelijke groeimassa, blijft er een zacht staaltje vezels over, vergelijkbaar met een pluk mensenhaar. Deze stappen in de productie vormen de structuur voor een performance in vier aktes.

Vlas heeft veel voordelen en toepassingen als gewas, maar het overweldigende nadeel is de hoeveelheid arbeid die nodig is van het zaaien tot het oogsten van de vezels. Herhaal, hervat, opnieuw. En toch wordt vlas, ondanks al deze arbeid, gezien als een ‘rustgewas’. Het kreeg deze benaming omdat het vaak tussen rotaties wordt geplant, zodat de bodem kan herstellen van gewassen die meer voedingsstoffen verbruiken. In die zin zorgt het voor regeneratie, floreert het ongezien en ‘buiten het seizoen’.

Nu het nieuwe ‘culturele seizoen’ in september voor de deur staat en er bewust een moment van ‘rust’ tussen de tentoonstellingen is geprogrammeerd, zou je kunnen zeggen dat Flax, baby! Flax! [Interludes] zelf een rustgewas is. Door de productie van dit project bij A Tale of A Tub – grotendeels ontwikkeld via workshops die voor publiek toegankelijk waren op rustige momenten – vond dit project een eigen tempo te midden van de meer dominante events in de instelling, en op harmonieuze wijze.

Als we van het ritme van de natuur zouden leren en dit zouden toepassen op het maken van tentoonstellingen, zou de eindeloze cyclus van overproductie in dit vakgebied snel ophouden. Daarom lijkt het misschien tegenstrijdig dat we in deze pauze, in plaats van rust te nemen, weer een project programmeren. Maar door het maandenlang bezig zijn (en zingen) met Songs of Flax – en met de geschiedenis van ondergewaardeerde en niet-erkende arbeid in bredere zin – werd duidelijk dat die onderbreking een belangrijk instrument is in ons tuinhuis – een instrument van politieke keuzevrijheid dat past bij zang, zoals ritme. Door zowel te focussen op de intensiteit van arbeid en op benodigde momenten van herstel (of juist het ontbreken ervan), kan uitbuiting zichtbaar worden gemaakt.

Naast de vraag of onze eigen werkplek een gezonde plek is, kan het werken met rustgewassen als landbouwtraditie ook op de grotere sociale ecologie van een kunstinstituut worden toegepast als metafoor. Verschillende gewassen worden in hetzelfde gebied verbouwd in opeenvolgende seizoenen. Deze gewassen zorgen er, door hun verschillen, voor dat een te grote afhankelijkheid van de ene groeicyclus ten opzichte van de andere wordt omzeild, wat betekent dat een groot aantal voedingsstoffen, insecten en planten samenleven, waardoor de gezondheid van de bodem niet wordt opgeofferd voor het welzijn van een enkele plant. Zoals bewezen, is de productie van een monocultuur sterk afhankelijk van schadelijke externe invloeden die de erosie van fundamentele aspecten, zoals de bodem, met zich meebrengen.

Als we de lessen uit gewasrotatie samenbrengen met de historie van gender-gerelateerde arbeid waar Prins en Bourlanges via hun project over spreken, bewijst dit nog eens – alsof we dat nodig hadden – het belang van intersectioneel en intergenerationeel feministisch werk. Vlas overwint niet alleen, maar biedt ruimte voor meer leven, juist omdat het in een constellatie van overlappende behoeften, krachten en verschillen bestaat. Op vergelijkbare wijze kan een kunstinstelling aan de rand van een stad voeding bieden als tegenwicht voor dominante verhalen en ritmes van zichtbaarheid, als het maar op eigen toon kan gaan zingen.